ontroering en schoonheid in donkere dagen

Gisteren was ik getuige van een bijzonder, warm moment.  Na een interessante studiedag, bleef ik in Brussel hangen omdat m’n lief en ik naar het optreden van Trixie Whitley gingen in de AB in Brussel. Ik moet zeggen dat ik best wel wat onder de indruk was van de militaire aanwezigheid die daar het beeld bepaalt dezer dagen.

Op de amper 100 of 200 meter die ik wandelde van de metrohalte naar de AB zag ik 2 of 3 van die zware pantserwagens, en een tiental zwaarbewapende militairen rondlopen. Een vaag en licht gevoel van angst  en ongemak bekroop me, en niet alleen dat. Het was ook een best bizarre ervaring om te zien hoe er massaal selfies genomen werden met die voertuigen en militairen, alsof het een of ander curiosum was dat ze daar voor de show hadden neergezet. In feite had heel die korte wandeling iets bevreemdends. Het wemelde van de dakloze mensen, beschutting zoekend met kartonnen en slaapzakken, de ene met een hondje, de andere met een konijn, allen met een kartonnetje om centjes te vragen. Tegelijk is daar het prachtig verlichte beursgebouw, en de kerstmarkt, met kraampjes vol friet en drank en lekkers. Militairen, daklozen, kerstvierders, en dat alles op 100 meter. Het leek wel een of andere B-film waarin ik toevallig figureerde.

De AB zelf werd duidelijk extra bewaakt. Ondanks dat ik rationeel echt wel wist dat het risico echt niet groot zou zin, was dat toch geruststellend. En toen gebeurde het. Ik stond in de rij te wachten om geld af te halen. Vlak naast de automaat zat een dakloze oude man. Dik ingepakt tegen de kou, vuil, en arm. Naast hem een mistroostig karretje met een karton erbovenop waarop een knuffelbeertje lag en verder een heleboel rosse centjes, een paar munten van 10 cent, een paar van 20 cent. Hoop en al een euro of 2. De man keek er amper naar. Tristesse. In ’t kwadraat misschien. Plots kwam daar een van die zwaarbewapende mannen aan, liep recht naar hem, gaf hem een heel zakje vol met eten, en liep terug naar zijn twee metgezellen. Paf. Ik voelde me plots doordrongen van dankbaarheid, had zin om te gaan zeggen hoe mooi ik dat vond. Hoe warm, en hoe bijzonder. En hoe symbolisch.

Ik ging in een cafeetje verderop een theetje drinken terwijl ik wachtte op m’n lief met de tickets. Ik heb al een paar jaar niet meer zoveel tijd om te lezen, hoewel ik als kind hele bibliotheken heb verslonden en ook later en nu nog heel erg kan genieten van een goed boek. Maar nu had ik toch een boek bij, en wat voor een: ‘Vele hemels boven de zevende’ van Griet Op De Beeck

De Letterschuur: Fijne leeswaren : Vele hemels boven de zevende

Ik kan het iedereen aanraden. Ik heb het daar uitgelezen. Het overkomt me niet vaak, maar ik werd overrompeld door emoties en heb het even moeten wegleggen omdat ik anders ter plekke zou beginnen huilen. Ik las er onder andere dit:

Leef hard en goed en schoon en wild. Kijk goed, voel beter. Wees niet bang. Kies voor wat u blij maakt, wat het ook moge zijn. Durf proberen wat te lastig lijkt. Leg de lat hoog genoeg. Koester en laat u koesteren. Geef anderen wat ze verdienen, en uzelf minstens ook. Blijf hopen, willen, dromen, wensen. Wees kwetsbaar en sterk, en lief voor kleine dieren. En drink op tijd en stond een goed glas, dat helpt altijd.

En dat deed ik, die avond. Het optreden was werkelijk fenomenaal, ongelooflijk, subliem. Superlatieven schieten tekort. Wat een stem, wat een topwijf, wat een power, wat een muziek!! Af en toe schoot de gedachte aan de Bataclan toch door m’n hoofd, maar niks kon afbreuk doen aan het gevoel. 90 minuten puur genot van heerlijke muziek. Wie Trixie Whitley niet kent, raad ik aan om daar zo snel mogelijk verandering in te brengen, en om vooral naar haar optreden te gaan in april in Antwerpen.

Toen we daarna op de metro zaten, zag ik zoveel verschillende mensen. Alle kleuren, alle types. Ik zag een gesluierde vrouw op de schoot bij een blanke man, innig kussend. Ik zag mensen knuffelen, mensen drinken. Ik dacht aan iets wat Trixie Whitley zei toen ze het nummer ‘closer‘ aankondigde. Ze was bij het schrijven van dat nummer bezig met een soort oude oosterse filosofische stroming waarbij het o.a. ging over ‘eliminating the space between us’, en ze legde de link met het klimaat waarin we leven tegenwoordig. Ze eindigde met een soort oproep om de afstand tussen mensen wat kleiner te maken, om mekaar te omarmen, ‘cause in the end we’re all the same species’. Ik vond dat schoon.

Terug thuis ging ik gauw slapen. Jongste dochter kroop tegen me aan en sliep voort. Ik aaide haar hoofdje, keek naar haar gezichtje. En ik dacht: de wereld kan ook zo mooi zijn.

9 gedachtes over “ontroering en schoonheid in donkere dagen

  1. caroline vissers

    Je hebt me al zin doen krijgen in Trixie Whitley. Tickets geboekt voor 29 april 🙂 🙂
    En Griet Op de Beeck is idd een geweldige schrijfster! Ik heb van haar het boek “Kom hier dat ik u kus” gelezen, en vond het ook echt een aanrader. In één ruk uitgelezen op vakantie, leest echt heel vlot!

    Like

    1. Bedankt Caroline!! Leuk om lezen!! Trixie Whitley was echt de max, in ’t kwadraat, ik kan het niet genoeg benadrukken! Je gaat er echt zeker en vast geen spijt van krijgen!! En dat boek van Griet op De Beeck ga ik ook zeker nog lezen!!

      Like

  2. Pingback: zonder woorden, of toch niet… – Lilliepawillie

Plaats een reactie